Aan het einde van de 16e eeuw was Utrecht een stad met veel kloosters, kerken en abdijen. Deze hadden elke hun eigen, ommuurde terrein, een immuniteit. Op zo’n terrein woonden alleen mensen die op een of andere manier bij de immuniteit betrokken worden. Na de Hervorming in 1580 werden de immuniteiten opgeheven en werden de bijbehorende gebouwen in veel gevallen afgebroken, zodat er ruimte kwam voor nieuwe straten. Zo werden ook percelen langs de Runnebaan (eind van Nieuwe Gracht) en de Trans aan de rond van het voormalige terrein van de St. Paulus Abdij bij openbare verkoop verkocht (op 3 december 1617). Aan de Zuidzijde (waaronder Trans 17) werden daarop een rij van vrijwel identieke huizen met trapgevels gebouwd, waarschijnlijk tussen 1618 en 1620.
De Trans heette vroeger de Sinte Pauwels ghenge (1363). Deze gang werd in de 13e eeuw aangelegd over een stuk grond van de abdij en liep van het Wed naar de Maartensdam, waar een poort stond. In de loop der tijd was de gang zo smal geworden, dat het niet veel meer was dan een riool. In 1547 wordt het straatje Oude-Munster Trans genoemd.
Het pand Trans 17 dateert al uit 1618, maar is in de tweede helft van de 19e eeuw vernieuwd. Het huis bestaat nu uit 3 bouwlagen, een kelder aan de voorzijde en een mansarde dak. De neo-classicistische winkelpui (met ionische pilasters en een palmettenfries op consoles) dateert uit 1892 toen er zich in Trans 17 een banketbakker vestigde. Het pand bevat een portiek waarin de toegang tot een overbouwde steeg naar de Hofpoort, de bovenwoning en het bureau Wevers & Van Luipen.
Op dit moment wordt het pand weer in oude luister (19e eeuw) hersteld.
Trans 17 – Na de restauratie van de houtimitatie op de winkelpui in 2016.
Trans 17 – Tijdens de restauratie in 2014.